Bouw van een modern trainingscomplex voor een voetbalclub - EQUITONE

Een van de elementen die het jeugdcomplex op de campus zo uniek maakt, is de groene omgeving. De combinatie van een bosrijke omgeving, volwassen bomenrijen en de open sportvelden maakt dat het terrein als erg prettig wordt ervaren. Het gebouw krijgt een ingetogen uitstraling zodat de beleving van de sport en de omgeving centraal staan. Door het gebouw zo transparant mogelijk te maken en het groen tot aan het gebouw door te laten lopen, wordt de ervaring van ‘buiten zijn’ doorgetrokken naar de binnenzijde van het gebouw. De betonvloer op maaiveldniveau loopt van binnen door naar buiten, waardoor de grens vervaagt en het gebouw nog meer in het groen opgaat. De uitkragende verdiepingsvloer en dakrand werken in de zomer als zonwering, terwijl in de wintermaanden (door de lagere stand van de zon) het zonlicht tot diep in het gebouw kan doordringen.

Voor de gevel op de verdieping worden houten lamellen geplaatst in een schijnbaar willekeurig patroon dat verwijst naar de bomen en de bosrijke omgeving. In werkelijkheid worden deze lamellen zo gegroepeerd dat ze privacy en openheid bieden waar dit gewenst is. Daarnaast dienen deze lamellen ook voor schaduw in de ruimten achter de transparante gevel. Door de verschillen in afstand tussen de lamellen ontstaat een dynamisch spel, waarbij tijdens het bewegen in en rondom het gebouw telkens een andere compositie ontstaat. In de avonduren zal door de combinatie van binnen- en buitenverlichting dit effect nog worden versterkt en het gebouw als een verlicht kunstobject in de omgeving komen te staan. In de transparante gevel zitten ook veel ramen die geopend kunnen worden. Dit biedt de gebruikers de mogelijkheid om zelf de omstandigheden in hun ruimtes bij te sturen, wat leidt tot een prettiger werkomgeving. De privacy van de ruimten in het souterrain wordt gewaarborgd door hier dichte geprofileerde delen te gebruiken. Deze platen spelen - net als de lamellen - een spel met het zonlicht en geven het gebouw een wat meer robuust karakter. De puien en ramen op de begane grond zorgen er echter wel voor dat de relatie binnen-buiten en het prettige binnenklimaat behouden blijven.

Het ingetogen karakter en materiaalgebruik worden op een natuurlijke manier doorgezet in het interieur van het gebouw. De gekleurde accentwanden en fotografische prints zijn hierop een uitzondering en geven samen met het meubilair en interieur een kleurrijke en frisse wending aan het geheel, zonder afbreuk te doen aan het karakter van het gebouw. Net als de gevel is het interieur grotendeels open en transparant, zodat men vanuit binnen overal de relatie met de omgeving blijft ervaren. Maar ook heeft men vanuit de publieke ruimten zicht op de sportfaciliteiten binnen in het gebouw. Deze openheid sluit perfect aan bij het open karakter van de club en de campus in het algemeen. De kantoor- en lesgedeelten bieden daarentegen wel genoeg privacy door de aanwezigheid van besloten ruimten. Voor intern gebruik is er een groene binnentuin, die in open verbinding staat met buiten. De omringende gevels van deze patio zorgen voor de toetreding van daglicht en buitenlucht in de aangrenzende vertrekken.

Om tot een gebouw te komen dat logistiek zo optimaal mogelijk functioneert, is besloten om de twee buitenste gedeelten te verwijderen en alleen de kern met kleedlokalen en kantine te handhaven. Deze rigoureuze aanpak biedt de mogelijkheid om de functies die bij elkaar horen te clusteren, waarbij de clusters los van elkaar kunnen functioneren, maar wel door korte en logische verbindingen met elkaar verbonden blijven. Ook is het mogelijk om nu een duidelijke scheiding te maken tussen de privéruimten en publieke ruimten. Vanaf het hoofdveld gezien liggen de sportgerelateerde functies links van de kern. In dit deel liggen de gymzaal, het krachthonk en de functies die rechtstreeks aan de sport verbonden zijn, zoals de behandelruimten, fysiotherapie, kantoren voor de trainers etc. Rechts naast de kern ligt een deel met meer publieke ruimten, zoals de hoofdentree voor bezoekers, spreekkamers, wedstrijdsecretariaat en kantoren. In het souterrain liggen tenslotte nog de leslokalen en een aantal algemene dienstruimten. De drie clusters worden fysiek van elkaar gescheiden door een tweetal lichtstraten, die ervoor zorgen dat het daglicht tot diep in het gebouw kan doordringen. De gangen tussen de clusters zijn belangrijke verkeersroutes die bovendien de overgang tussen publiek en privé markeren. Ze geven tevens toegang tot het hoofdveld, de trainingsvelden en de omloop achter de overdekte hoofdtribune, die nu de hele lengte van het veld bestrijkt en zo het beeld van een stadion benadrukt. Zoals de uitgebreide tribune aan de veldzijde de drie clusters met elkaar verbindt, zo omvat de vliesgevel met de houten lamellen de overige zijden van het gebouw, dat daardoor van buiten als één geheel wordt ervaren.